Openbaar vervoer in regio's opsplitsen
29 mei 2010
DEN HAAG - Als het openbaar vervoer in Nederland wordt opgesplitst in regionale netwerken die worden aanbesteed door één opdrachtgever, dan wordt het openbaar vervoer beter, goedkoper en milieuvriendelijker.
Dat stelt de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN) in haar zaterdag verschenen Alternatief OV Plan.
Als de stoptrein, bus, tram en metro per regio in één hand liggen, dan is het voor vervoerders en opdrachtgevers mogelijk het vervoer beter op elkaar af te stemmen.
En als reizigers betere aansluitingen krijgen dan wordt het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief voor de auto. Dat betekent weer een reductie van het fileprobleem en de CO2-uitstoot, aldus de FMN, die bestaat uit de vervoerders Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia.
Efficiënt
Verder levert dit plan volgens de FMN ook een besparing op van honderden miljoenen euro's op omdat er efficiënter wordt gewerkt.
Volgens de FMN kunnen de plannen al in de komende kabinetsperiode worden uitgevoerd.
Stammenstrijd
Vakbond CNV Vakmensen laat in een reactie weten de samenwerking met álle OV-spelers te missen in het plan.
''Het nu gepresenteerde plan leidt vermoedelijk slechts tot een enorme stammenstrijd met louter verliezers. En dat terwijl winst voor reizigers juist het oogmerk is'', stelt bestuurder Wyb Kusters. Het samenwerken van Arriva, Connexxion, Syntus en Veolia vindt hij wel een grote winst.
Vraagtekens bij bezuinigingen
FNV Bondgenoten vindt dat de regie van het openbaar vervoer een taak van de overheid is om de kwaliteit te waarborgen. Daarnaast zet de bond vraagtekens bij de bezuinigingen die het plan volgens FMN oplevert.
''Er moet nu eerder geïnvesteerd worden in het openbaar vervoer dan bezuinigd. Er is al te veel geld uit het openbaar vervoer verdwenen door de marktwerking'', aldus bestuurder Janny Koppens.
© ANP
Ons commentaar:
Inderdaad moet versnippering worden tegengegaan, dus in zoverre is dit plan een stap in de goede richting. Daarnaast zijn wij van mening dat als duidelijk uitgangspunt moet gelden dat het Openbaar Vervoer niet winstgevend hoeft te zijn, en zelfs niet kostendekkend. Een fijnmazig en hoogwaardig OV is in het algemeen maatschappelijk belang en mag dus wat (extra) kosten. Wij zouden er zelfs naar willen streven dat het OV voor iedereen en overal gratis is, waarbij bijvoorbeeld slechts voor 1e-klasse vervoer een prijs wordt betaald.